100 jaar Willem van Oranjeschool


Hoeveel leerlingen hebben we in die 100 jaar voorbij zien komen? Wat hadden ze aan? Waar schreven ze mee? Hoeveel boeken hebben we gelezen? Welke gewoontes en tradities bestaan en bestonden er? Welke juf of meester vergeet je nooit meer? Wie heeft er op de balken van de zolder gebalanceerd? 

Ik heb verhalen van vroeger gehoord, we hebben een foto opgestuurd gekregen, er zijn zelfs brieven uit de oorlog bewaard gebleven waar de toenmalige directeur in genoemd werd!

Hebt u een mooi verhaal, een goede herinnering of een geweldige anekdote? Graag ontvangen we die om af en toe eens een stukje geschiedenis te delen op deze plek. 

U kunt ze sturen naar info@willemvanoranjeschool.nl, gericht aan de directeur. Even bellen of mailen om te overleggen mag altijd.

Hartelijk dank!


Meerdere generaties op dezelfde school

Rond 1927, het kan ook 1928 zijn geweest, liep mijn vader van aan de hand van zijn moeder voor het eerst naar school. De dr. Abraham Kuyper school. De school die hem de basiskennis gaf om later mee veder te kunnen. De school moet hem voldoende kennis hebben gegeven om later in zijn leven vele vervolgopleidingen te kunnen doen en om zelf ook in het voortgezet- en hoger beroepsonderwijs onderwijs les te kunnen gaan geven.

Toen de keuze gemaakt moest worden naar welke school ik zou gaan, was die snel gemaakt.
We woonden aan de Kloppersingel, het was een gereformeerde school, bijna iedereen die in die buurt woonde hoorde bij de kerk op de Kloppersingel en ging dus naar die school. EN ook belangrijk: mijn vader had zelf op die school gezeten. Eind 1957 liep ik aan de hand van mijn moeder naar de kleuterschool in de Patrimonium straat. De kleuterschool, tegenwoordig groep 1 en 2, zat toen in het gebouwtje waar nu de peuterschool en de naschoolse opvang zitten.

De kleuterschool werd door een groot hek gescheiden van de grootte school (klas 1 tot en met 6), tegenwoordig groep 3 t/m 8. Deze school had in die tijd de naam dr. Abraham Kuyperschool. Vele veranderingen heb ik daar meegemaakt. Van het schrijven met een inktpen naar het schrijven met een balpen. Met z’n tweeën in een schoolbankje dat vastzat aan een tafel naar ieder een bankje voor zich. Psalmen leren bleef de hele schoolperiode en vooral in de klas bij dhr. Hulshoff was het zingen met zijn orgeltje een hele ervaring. Het was een hele leuke schoolperiode.

Dat maakte ook dat, toen in 1984 onze oudste zoon werd geboren, de keuze voor een school niet al te moeilijk was. Wij woonden ook aan de rand van de Patrimoniumbuurt, dus als vanzelfsprekend ging mijn zoon ook naar dezelfde vertrouwde school. Evenals later zijn broertje. In 1986, twee en een half jaar oud, liep hij aan mijn hand voor het eerst naar de peuterspeelzaal. In de klas bij juf Matty.

Er waren wat verschuivingen geweest. De kleuterschool zat nu in het hoofdgebouw. De peuterspeelzaal zat en zit nog steeds in het gebouw van mijn oude kleuterschool in de Patrimoniumstraat.

Na de peuterspeelzaal ging hij door naar het grote gebouw dat nog steeds de Kuyperschool werd genoemd.  In 1994 werd de school samengevoegd en kreeg je een dependance in de generaal de La Reystraat. Daar heeft hij in groep 7 en 8 les gekregen. Door het samengaan van de scholen kreeg “onze Kuyperschool” een andere naam: De Willem van Oranje school.

Vandaag de dag sta ik nog regelmatig bij de school.  Loop ik samen met mijn kleinzoon(s) hand in hand naar school. Mijn zoon woont inmiddels in zijn ouderlijk huis. Zijn kinderen, Jochem, Tieme en Hidde gaan alle 3 naar de Willem van Oranjeschool.

Vier generaties naar dezelfde school. Er zijn meerdere kinderen op school waarvan de ouders ook op school hebben gezeten. En niet alleen dat. Er zijn ook leerkrachten die in de voetsporen van hun ouders op deze school werken en onze kinderen dat leren wat hun straks in de maatschappij verder brengt.

Soms blader ik door oude schriften en werkstukjes en kom ik de naam juf Marianne Visser tegen als juf van mijn jongste zoon. Het hoofd van de school uit die periode was de heer Jur Visser. Dit echtpaar heeft in ieder geval 1 dochter die op dit moment het stokje van haar vader heeft overgenomen, als het huidige hoofd van de school.

Het onderwijs verandert en gaat met zijn tijd mee. Wij veranderen mee maar het gebouw van de school -in al zijn statigheid- staat nog als vanouds op het mooie punt: op de hoek van de Patrimoniumstraat en de Rozenhagenstraat.     

Wie weet loopt er ooit nog een 5e generatie door deze school, aan het gebouw zal het niet liggen.

Herinneringen ophalen

Wat een wereldschool! Al die verschillende nationaliteiten en achtergronden, ik vond het geweldig, net de maatschappij. En dat wilde ik ook graag: dat de school een kleine samenleving was, waar het fijn was om te zijn en waar je veel kon leren, waar je leerde op te komen voor jezelf en rekening te houden met anderen. Niet dat dat altijd lukte, maar dat gaf niet. Fouten maken, dat mocht ook. Als je maar niet gemeen of respectloos was, want daar had ik een hekel aan.

Zestien jaar heb ik leiding gegeven met veel plezier. Dat kwam ook door het team met mensen erin die graag de schouders eronder wilden zetten. Met een groot hart voor de kinderen, want een goede leerkracht beroert je hart, reikt je de hand en opent je ogen.

We speelden toneel: Peter en de wolf. Alle juffen en meesters hadden een rol. De kinderen smulden ervan. Voor de kleuters voerden we ‘Mama kwijt’ op. Er werd gezongen door het koor. De kinderen van groep 5 en 6 gaven uitvoeringen op muziekinstrumenten: viool, hobo, gitaar, contrabas, keyboard. Elke maand was er het Willem van Oranjetheater, waarvoor een groep een voorstelling had voorbereid. De harten werden beroerd. Ook als we met zijn allen met Kerstmis in de kerk zaten. Dan zag ik al die vrolijke snoetjes aandachtig naar me kijken voordat we gingen zingen en dan voelde ik de tranen prikken van ontroering.

Natuurlijk wilde ik ook dat er veel geleerd werd. We waren tenslotte een basisschool en geen hobbyclub. Er werd veel energie en tijd gestoken in het lees- en rekenonderwijs. Boeiende lessen werden er gegeven, zodat kinderen zin kregen om te leren. Met aardrijkskunde, geschiedenis en natuur gingen de kinderen zelf een onderzoeksvraag bedenken. Wat wilden ze graag te weten komen? We leerden over hoe een kinderbrein zich het beste ontwikkelt en in elke nieuwsbrief zette ik een breinregel, zodat de ouders dit thuis ook konden toepassen. En bewegen, dat was ook goed voor het brein! Dus werd er tussen de lessen door gehiphopt. De kinderen leerden samenwerkingsvormen, waarbij ze lekker even door de klas mochten lopen. Er kwam een Kinderraad, zodat de kinderen leerden te overleggen. Vaak hadden ze heel malle ideeën die niet uitvoerbaar waren: een zwembad op de speelplaats of de speelplaats veranderen in 1 groot voetbalveld.

En dan het schoolkamp van groep 8! Met het nachtspel in het bos: de kinderen tegen de juffen en meesters. Eng was het, want niemand mocht een zaklamp gebruiken en in het bos wachtten de juffen en meesters je op om je te tikken. En dan inleveren het ‘geld’ dat je opgehaald had. Arme kinderen, ze verloren elk jaar.

Genieten doe ik nog steeds van deze herinneringen. Van alle tekeningen en lieve briefjes die ik van de kinderen heb gekregen. De tikspelletjes die ik met ze op de speelplaats deed. Even lekker rennen, ik ook. De opgetogen gezichten met de stralende ogen. Een kind dat zijn hand in de mijne legt of twee armpjes die om me heen werden geslagen. Een mooi vak: werken met kinderen, ze iets leren, op allerlei gebied. Ik kan het iedereen aanraden: word meester of juf!

 

Betty van der Vlist, directeur van 1 april 2005 tot 1 augustus 2021

Schoolhoofd in oorlogstijd

Aan het eind van de tweede wereldoorlog, in de wintermaanden van ’44/45 sluiten veel scholen hun deuren. Gas en elektrisch licht is er nauwelijks meer. Henk Hulleman, tegen de 50, is in die tijd schoolhoofd van de Dr. A. Kuijperschool. Wat hij zoal thuis deed, weten we uit brieven, die zijn vrouw Mies aan haar twee zussen en zwager uit Arnhem schreef.

Die zaten gedrieën nu op een evacuatieadres in Ede, wegens de Slag om Arnhem. Henk en zijn vrouw Mies wonen met hun 19 jarige zoon Joop op de Garenkokerskade nr. 54, op de hoek van de Prévinairestraat. Henk helpt in de gaarkeuken aldaar, waar hij opschept en bonnetjes in ontvangst neemt. Mies schrijft op 22 oktober 1944:

 We zitten nu zonder gas en electr. licht, ’s avonds zitten we bij een kaarsje, eerst lopen we tot 8 u. op straat of gaan op bezoek, dat breekt de avond wat. We eten nu bij de gaarkeuken, ik bof erg, want nu Henk daar helpt, want de scholen zijn stopgezet, loop ik even met hem mee, en schept hij mij ‘t eten direct even op, dus hoef ik niet te wachten, want dat is ’t ergste, en ‘t is vlak bij ons in de garage, en wat ik tekort kom, kook ik bij. Ons fornuis staat nu in de kamer! Het bevalt Henk goed, de heren onder elkaar kunnen het best vinden. Eerst gaat hij van 9-11 nog naar school en daarna begint de opschepperij en ’s middags weer van half 4 tot vijf uur.

Op 11 november schrijft Mies, dat Henk nog minder naar school gaat:

“Henk heeft ’s morgens nog een uur school, daarna schept hij op in de gaarkeuken, ik krijg natuurlijk een grote schep.”

Het voedsel wordt echt een probleem. Eind december vertrekt Henk op Mies’ fiets van 30 jaar oud naar Dordrecht om een konijn te halen. Mies schrijft:

Henk is dinsdagmorgen op mijn fiets naar Dordrecht om van Gerrie een konijn te halen. Het was eventjes 90 km fietsen en toen hij voor Dordr. kwam, mocht hij er niet in, want Dordr. was sinds Zaterdag gesloten. Na veel praten liet de man hem toch maar door, stel je ook voor!

en in januari naar Anna Paulowna, met twee collega’s:

En nu is Henk vanmorgen vroeg met twee collega’s op de fiets vertrokken naar Anna Paulowna, een eind boven de Wieringermeer, 80 km fietsen heen, en willen ze proberen nog wat op te halen, en ook aardappels, maar die moeten dan per schuit worden vervoerd en dat is erg riscant, want de meeste worden door de duitsers in beslag genomen, maar je moet wel wat wagen, stel je voor als je eens een of 2 mud in de kelder kon krijgen. Het was vanmorgen wel koud en overal tamelijk glad, maar ze hebben het maar gewaagd, ze hopen woensdagavond terug te komen.

Niet alleen voedsel, maar ook brandstof is in deze wintermaanden schaars. Henk treedt op, zoals Mies in haar brief van 31 januari schrijft:

Onze kade ziet er nu heel anders uit, alle bomen zijn weg, gister viel de laatste. Wij hebben ook nog een stuk meegekregen, we kregen er nog bijna ruzie om, want de buren aan de overkant verdeelden onze rij bomen. Henk kwam erbij en zegt: en wat is nu voor ons? Ja, ‘t was al verdeeld. Wel nu nog mooier, riep Henk, dat verdeeld maar, eerst de bomen die voor eigen huis staan, en nu de onze er ook bij, en Henk haalde een ladder en zaag en klom ook in de boom en ging grote takken voor ons afzagen. We hebben er toch later ook zo om gelachen, net iets voor Henk hè. Enfin, we hebben ook iets van de buit gekregen, al zitten we niet direct verlegen, ’t is altijd weer voor later, wie weet hoe lang we nog op het fornuis koken moeten.

 Henk Hulleman, schoolhoofd, is ook diaken van de Gereformeerde Kerk. Dat heeft voordelen. Maar die moeten maar niet verder worden doorverteld, vindt Mies. Op 6 maart ’45 schrijft zij:

We boffen de laatste tijd, dat Henk diaken is. De kerk kan nog aan allerlei dingen komen, in het groot wordt met de herv. kerk opgedaan en dan kunnen de diakenen in hun wijk uitdeling houden, zoals erwten, bonen en rogge en tarwe, en omdat het zo’n abnormale tijd is, mogen de diakenen zelf ook wat hebben voor hun gezin, het laatste is niet officieel, maar officieus, dus praat daar maar niet over, en zo krijgen wij ook iedere week er wat bij, wat dat betreft hoef je er niet tegenop te zien om bij ons te komen, want ik zou me daar zeer op verheugen! En sinds we de aardappels van Henk uit Anna Paulowna hebben, zijn we er goed aan toe, en verder hebben we nog een mud aard. geruild voor een mud kolen.

In de laatste zinnen van deze brief laat Mies haar zus Jo weten, dat ze welkom is in Haarlem. Jo zit al een half jaar op haar evacuatieadres. Jo komt begin april naar de Garenkokerskade. De bevrijding is nabij. Rond 1 juli gaat Jo weer terug naar huis in Arnhem.

Oud leerling Jaap

Oud-leerling Jaap, helemaal links op de foto, vond zijn klassenfoto van klas 6 terug. Hij is nu 74 jaar en blikt terug naar toen: “Tijdens het maken van de foto zat ik in klas 6A en werden wij voorbereid op het voortgezet onderwijs, dat was wezenlijk anders dan heden ten dagen. Kinderen van arbeiders werden niet voorbereid en gingen naar het LBO. Uiteindelijk, na 13 uiteenlopende banen, ben ik bij een bank terechtgekomen en moest qua schoolopleiding opnieuw beginnen. Na vele jaren avondstudie en andere cursussen heb ik jarenlang een managementfunctie bekleed en leiding gegeven aan vele administratieve afdelingen. Gelukkig is alles goed gekomen en genieten wij inmiddels van ons pensioen. 

In de 50e jaren van de vorige eeuw liepen we dagelijks tweemaal vanuit de Transvaalbuurt naar de Patrimonium, we mochten niet met de fiets komen. Mede leerlingen mochten dat wel terwijl ze dichter bij de school woonden, omdat ze niet gezond waren terwijl wij dat volgens de heer Hoek wel waren.” 

Meester Richard

Als kind zat ik op de Dokter Abraham Kuijperschool - wat nu dus de Willem van Oranjeschool is. 

In de zesde klas begon bij mij de baard in de keel. Niet zo fijn als je de psalmen en gezangen moet zingen. Juf Wetsema dacht waarschijnlijk dat ik expres met mijn stem zo raar deed dus toen wij aan het zingen waren en mijn stem sloeg over riep zij door de klas: 'Er zit een kikker in de klas, wie is dat?' Toen ik voorzichtig mijn vinger op stak en met krakende stem vertelde dat ik het was, moest de klas hard lachen waardoor ik eruit werd gestuurd. Een beetje verward kwam ik bij meester Visser aan en toen ik stamelend mijn verhaal deed waarom ik eruit was gestuurd zei hij meelevend: 'Ach jongen, ik hoor het al. Je begint al een echte vent te worden. Maar kinderen die eruit worden gestuurd verdienen straf! Dus ..ga naar zolder en kijk of je wat kunt opruimen! Maar denk erom, alleen op de balken en loopplanken blijven!'  

Persoonlijk was ik erg blij met deze straf. Het was ongeveer negen uur. Terwijl ik mijn avontuur beleefde op zolder bleek de tijd voorbij te vliegen. Ik schrok toen ik de bel hoorde luiden, wat het signaal was dat de school uit was - dus 12 uur! Voor mij was dit het sein om mij maar even bij meester Visser te melden. Toen ik beneden kwam bij hem en vroeg of ik zo genoeg gestraft was kreeg hij een grote lach op zijn gezicht, de opmerking 'Ach jongen, ik was je helemaal vergeten! Eet smakelijk en tot straks' was voldoende om vrolijk huppelend de school uit te lopen. Hoe zou dit verhaal in deze tijd eindigen...? 

Met vriendelijke groet, 

Richard 

De Willem van Oranjeschool als filmset

In 1995 werd de korte speelfilm Tralievader opgenomen in de Talmastraat om de hoek en in de school. Het is een korte film naar de gelijknamige novelle van Carl Friedman. Het verhaal gaat over het kleine meisje Lize en haar ervaringen in een gezin met een Joodse vader die het concentratiekamp heeft overleefd.  In het gezin duurt de Tweede Wereldoorlog voort omdat de vader, verscheurd door het verleden, steeds opnieuw moet praten over zijn kampervaringen. De leerlingen van toen kregen naast Lize een figurantenrol in de klas en op het schoolplein. Door de filmploeg werden de leerlingen meerdere keren verkleed en voorzien van een ander kapsel. Ze mochten niets zeggen tijdens de opnames en zelfs als ze wel mochten praten moest dat zonder geluid te maken. Een hele prestatie dus. Een leuke ervaring en trots dat de film zelfs nominaties kreeg voor een Gouden Kalf. 

John en Ans (ouders van kinderen op de Willem van Oranjeschool in 1995)

 

Een moeder vertelt over die tijd

Wij woonden tot 1988 in de Patrimoniumstraat 20 met onze kinderen Maaike (1978) en Gerben (1981). Wij zijn in 1984 voor 2 jaar naar Berlijn vertrokken i.v.m. het werk van mijn man.
Gerben zat toen op de peuterspeelzaal en was aan het wennen op Het Kloppertje bij juffen Hetty en Eline. Bij onze terugkomst ging hij naar groep 3. Hij heeft daar heel snel de Hollandse school weer opgepakt. Hij was er in ieder geval heel blij mee om tussen de middag naar huis te kunnen en niet zoals op de Vorschule warm te moeten eten tussen de middag. Hij ging daar naar school van 8 uur tot 15 uur. Kinderen deden daar dan ook na het eten een middagslaapje.

Maaike zat vóór ons vertrek bijna in groep 3 bij Willy Hendriks. Met Willy hadden wij de afspraak om af en toe een cassettebandje over en weer in te spreken, dat naar elkaar te sturen en zodoende Maaike op de hoogte te houden van de gang van zaken op de Kuyperschool. Ook stuurde Willy geregeld lees- en taaloefeningen op die wij dan weer met Maaike gingen oefenen. Al die tijd een heel leuk contact gehouden en ook nog jarenlang ná onze terugkomst.

Ik weet nog dat Maaike na terugkomst in de klas opviel door haar netheid en haar opgeruimde tafeltje. Die Duitse discipline is ze toch wel weer snel kwijtgeraakt.😀

Wat ik me ook nog zal blijven herinneren was 's morgens vroeg het gezellige fluitdeuntje van meester Visser op de fiets.

Ook de kerstsamenzang was iets waar we naar uit keken.

Gonny

Kerstviering

Bij het zoeken naar een kerstig plaatje van onze school, kwam ik deze foto tegen. Ik herinner mij ineens dat ik mee mocht naar de kerstviering op 'mijn vaders school' en hoe geweldig ik die samenzang vond! Ik kan mezelf niet vinden op deze foto maar mijn vader staat luidkeels te zingen vooraan. Dit schooljaar hebben we een versneld georganiseerd kerstontbijt in de klassen. Geen samenzang maar zeker fijn en gezellig. 

De eerste steen

Als het plan en de financiering voor ons mooie schoolgebouw rond zijn, wordt op 31 oktober 1921 de eerste steen gelegd. Niet door een kind maar door de gereformeerde predikant ds. S. Datema. Onder grote belangstelling zoals te zien is op de foto!

Jur Visser geeft ons een inkijkje in dat stukje geschiedenis van onze school:

Honderd jaar geleden werd op 31 oktober 1921 door de gereformeerde predikant ds. S. Datema de
eerste steen gelegd van onze school. In 1920 werd het wettelijk mogelijk (Onderwijswet van dr. De
Visser) dat de overheid de bouw en de exploitatie van bijzondere scholen financierde. De ‘prijs’ voor
deze vrijheid werd het algemeen kiesrecht… Het extra-parlementaire kabinet van Kort-van der
Linden loste op deze manier twee intense problemen op.
Het Groen van Prinstererbestuur was net op tijd met de aanvraag voor een school. Heel gauw was
namelijk een ‘stopwetje’ nodig die ervoor zorgde dat nieuwe schoolgebouwen sober werden
uitgevoerd en dat kan niemand van ons gebouw zeggen! Net op tijd dus. Ds. Datema was een pittige,
Rotterdamse, gereformeerde dominee die zich met van alles bemoeide in kerk, staat en
maatschappij. Zijn evenknie bij de hervormden in Haarlem was ds. Van Paassen, die zich actief
bezighield met het aanvragen van hervormde scholen. De rooms-katholieken hadden al een school
aan het Pretoriaplein in de Transvaalbuurt: de Luciaschool. De hervormden kregen hun school daar
aan de Ben Viljoenstraat: Willem de Zwijgerschool. Heel veel later zouden deze scholen fuseren en
voortaan - en tot op de huidige dag - Willem van Oranjeschool heten.
Ds. Datema kon op die dag van de eerste steenlegging ook al de naam van de school onthullen. De
school werd genoemd naar de grote, gereformeerde ‘krachtpatser’ Abraham Kuyper, die in 1920
overleden was. Deze man had de moderne predikantenopleiding gevolgd en werd predikant in
Beesd. Daar overtuigden ‘eenvoudige’ gelovigen hem dat de oude leer van de Reformatie verloren
dreigde te gaan. Het is niet voor niets dat 31 oktober gekozen werd als datum van de plechtigheid.
Dan was het ‘Hervormingsdag’ en herdacht men dat op initiatief van Maarten Luther mensen zich
afkeerden van de rooms-katholieke kerk en protestants werden.
Abraham Kuyper richtte een Vrije Universiteit op waar de oude, gereformeerde geloofsartikelen
leidraden waren voor het leven en de studie. De universiteit bestaat nog steeds, wel geheel van
karakter en inhoud gewijzigd. Hij werd hoofdredacteur van de krant De Standaard, richtte een
politieke partij op (ARP, opgegaan in het CDA) en gaf leiding aan een kerkscheuring in 1886. Hij en
zijn aanhangers werden Dolerenden genoemd = klagers). Zij werden de hervormde kerk uitgezet.
Later gingen zij samen met mensen van een eerdere Afscheiding (1834) waardoor de gereformeerde
kerken ontstonden. De Patrimoniumbuurt werd vooral bevolkt door gereformeerde gezinnen. Onder
de klok, in het trappenhuis, leest u op de plaquette een stukje uit een toespraak van A. Kuyper: “Laat
het Kind nooit los, laat het Kruis nooit los”.
Het bestuur kreeg f175.000 te besteden, een vorstelijk bedrag toen. Architect Kuipers moest een
school bouwen voor 260 leerlingen. Het maximum aantal leerlingen per klas was 40. Er zouden zeven
klassen komen. De monumentale school – daarover meer in het volgend stukje – kreeg een dakruiter
met bel die vier keer per dag geluid werd (op woensdag twee). De huidige directeurskamer is een
aanbouw uit de jaren 60 van de vorige eeuw. Die kamer is gebouwd als kleedkamer met douches.
Toen de school gebouwd werd, stond op die plek een de ‘stoppenkast’ in de vorm van een
‘peperbus’, zoals er toen veel in de stad stonden.
De grond kostte f 250000, het gebouw f 130000, interieur f 10181 en leermiddelen f 4400.

De eerste paal

Stel je voor, 100 jaar geleden wordt hier een paal geslagen voor een spiksplinternieuw schoolgebouw! Onze Willem van Oranjeschool! Of niet?

Er gaat een lang geschiedenisverhaal aan vooraf.

Oud schoolhoofd Jur Visser vertelt:

Dr. A. Kuyperschool voor gereformeerd lager onderwijs’ 1922 – 2022

Op 22 september 2021 is het 100 jaar geleden, dat de eerste paal geslagen werd van ons
schoolgebouw. Om de ontstaansgeschiedenis van deze school te kunnen begrijpen, moeten we terug
in de tijd.
In de 19de eeuw ontstond de verzuiling van onze samenleving. Liberalen, rooms-katholieken,
socialisten en protestanten waren allemaal overtuigd van het eigen gelijk en eisten in de toenmalige
maatschappij een plek op. De tegenstellingen tussen de zuilen was zo groot dat het gevecht om
vrijheid van onderwijs de Schoolstrijd genoemd werd. In 1920 kwam het uiteindelijk tot financiële
gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Voor 1920 mochten mensen ook al een school los
van de overheid oprichten mits men zelf de kosten van de bouw en de exploitatie betaalde. Dat
veranderde in 1920.
In Haarlem hadden we al in 1860 een ‘Vereniging Christelijk Nationaal Onderwijs’ met een school aan
de Bakenessergracht. Het gebouw staat er nog. Particulier betaald en in stand gehouden.
In 1885 werd de ‘Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel’ opgericht.
Een anonieme sponsor betaalde de ‘Christelijke School’ in de Antoniestraat. Het gebouw staat er
nog, nu met woonfunctie.
In 1910 realiseerde ‘Stichting Noorderkerk’ aan de Velserstraat de Noorderschool met particulier
geld. Het gebouw staat er nog en functioneert nog steeds als school (De Werkschuit).
De 19de eeuw kenmerkte zich door afscheidingen van de grote Hervormde Kerk. De protestanten
raakten verdeeld. De gereformeerde kerken ontstonden, ook in Haarlem. De gereformeerden wilden
eigen scholen stichten waarin de rechtzinnige uitleg van de Bijbel ‘richtsnoer’ zou zijn. Natuurlijk
werd er een vereniging opgericht met de naam ‘Groen van Prinsterer’ naar de 19de eeuwse
voorvechter van christelijk onderwijs. De vereniging stichtte in 1892 aan Jansweg 83 haar eerste
gereformeerde Groen van Prinstererschool. Dát gebouw staat er niet meer.
Toen vanaf 1918 de gereformeerde woningbouwvereniging ‘Patrimonium’ een wijk ging bouwen op
de gronden ‘Rozenhage’ van de beroemde tuinarchitect Zocher, zag de ‘vereniging Groen van
Prinsterer’ kans een gereformeerde school voor gewoon lager onderwijs te realiseren. En toen in
1920 de financiering van ‘bijzonder onderwijs’ door het Rijk werd overgenomen, werd op 1 januari
1921 een aanvraag ingediend bij het Haarlems gemeentebestuur.
Na vergunning werd op 22 september 1921 de eerste paal geslagen van ons gebouw, dat er nog
steeds staat met de functie ‘basisonderwijs’.


Meerdere generaties op één school


Herinneringen ophalen


Schoolhoofd in oorlogstijd


oud leerling Jaap


meester Richard


De Willem van Oranjeschool als filmset! 


Deze teamfoto stamt uit 1981. Juf Willy Hendriks staat erop, de fluitende meester Visser zit bovenop het speeltoestel en juf Hetty (midden) is in december j.l. met pensioen gegaan.


Kerstviering


De eerste steen


De eerste paal